zondag 8 april 2018

Hari Kunzru || White Tears

Soms wil een schrijver te veel, dat geldt in ieder geval wat mij betreft voor Kunzru. Hij schetst een prachtig beeld van de kloof tussen kansrijk en kansarm in Amerika maar heeft het om een of andere reden noodzakelijk gevonden de spirituele wereld inclusief geesten erbij te halen.

Carter en Seth zijn vrienden. De eerste afkomstig uit een oude, welgestelde familie met veel invloed, de tweede de verlegen jongste zoon uit een gebroken gezin. Carter en Seth hebben elkaar gevonden in hun passie voor muziek, hun vermogen om nieuwe ‘sounds’ te creĆ«ren met bestaande fragmenten en zelf-opgenomen geluiden. Ze hebben een succesvolle studie, volledig gefinancierd door Carter (of liever gezegd zijn familie in een poging het zwarte schaap van de familie uit de problemen te houden). Ze delen zonder het van elkaar te weten ook nog iets anders, beide heren hebben psychische problemen die onder andere voor voren komen in hun obsessieve gedrag.

Zaken gaan verkeerd op het moment dat Seth zonder er erg in te hebben een geluidsfragment opneemt, een blues. Carter raakt totaal geobsedeerd door deze blues en gaat op zoek naar de zanger. Hij maakt bovendien een eigen versie van het nummer en knalt die het internet op, met succes. De ellende begint wanneer Seth en Carter benaderd worden door iemand die ervan overtuigd is dat het fragment authentiek was en ooit de A-kant was van een ouderwetse single.

Dan gaan realiteit en het geestenrijk door elkaar lopen, een zoektocht naar de oorspronkelijke zanger start. Er volgen fragmenten waarin Seth ‘overgenomen’ is door de jaren geleden overleden zanger. De waarheid over het geluidsfragment komt langzaam maar zeker boven tafel. Ik merkte dat ik me steeds meer begon af te vragen waarom Kunzru het nodig vond de geest van de zanger te introduceren, of hij die waarheid niet ook had kunnen delen door van tijd en perspectief te wisselen. Voor mij werd door zijn keuze de roman te vreemd.

Voor mij leidde het gedoe met de geest van de zanger af van wat Kunzru meesterlijk doet. Hij beschrijft op weergaloze wijze de kloof tussen Seth, Carter en zijn kring. Hij laat dat later terugkomen in het leven van de zanger, de kloof gaat dan zelfs nog dieper: tussen arm en rijk, tussen afro-Amerikaans en blank. Beeldspraak, prachtig geformuleerde zinnen, ze dragen bij aan een zeer realistisch beeld van de Amerikaanse maatschappij.

Seth krijgt steeds meer last van depressies en psychoses. Ik heb getwijfeld of de geest niet zijn persoonlijke demoon is, dat hij zichzelf steeds meer vereenzelvigd met de zanger. Ik vrees echter dat Kunzru het anders bedoeld heeft. Sommige passages in de roman wijzen te nadrukkelijk op de aanwezigheid van de spirituele wereld.

Kunzru laat mij met gemengde gevoelens achter. Ik vond de vermenging van dagelijkse realiteit en de spirituele wereld afleiden van wat voor mij de kern van zijn roman is. Ik was onder de indruk van het grimmige beeld dat hij schets van arm Amerika, dat was voor mij meer dan voldoende geweest. Het thema dat op de kaft geschetst wordt, ‘mogen twee blanke mannen aan de haal met authentieke Afro-Amerikaanse muziek?’, lijkt eerder toegevoegd in verband met heftige discussies over dit thema dan omdat het in de roman zelf zo'n belangrijke rol speelt.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten